In het kort
conclusie 1
De inname van vitamine B1, vitamine B3, vitamine B12, vitamine K1 is bij volwassenen voldoende
conclusie 2
De inname van vitamine B3, vitamine B12 en vitamine K1 is voldoende voor kinderen
conclusie 3
De inname van vitamine D is laag bij senioren
Toelichting vergelijking met de voedingsnormen
De innames van micronutriënten zijn vergeleken met de normen van de Gezondheidsraad. De voedingsnormen zijn de aanbevelingen voor de hoeveelheid nutriënten die geconsumeerd dienen te worden om het lichaam te voorzien van de juiste hoeveelheid voedingsstoffen en om goed te kunnen functioneren.
Er bestaan verschillende soorten voedingsnormen: gemiddelde behoefte (GB), aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH), adequate inname (AI) en aanvaardbare bovengrens (UL). De manier van evaluatie verschilt naar soort norm. In een aantal gevallen kan geen uitspraak worden gedaan over de adequaatheid van de inname, bijvoorbeeld als de mediane inname lager is dan de AI.
Op basis van de Voedselconsumptiepeilingen kan een indicatie voor een te lage of te hoge inname worden vastgesteld. Vervolgonderzoek naar voedingsstatus of klinische effecten is nodig om deze indicatie te bevestigen of te weerleggen.
Vergelijking met normen van vitamines naar leeftijd en geslacht
Overzichtstabel
In deze tabel is de vergelijking van de inname van vitamines met de voedingsnormen van de Gezondheidsraad samengevat. Onderaan deze website-pagina staat een tabel met meer detail over de beoordeling.
Evaluatie | Jongens | Meisjes | Mannen | Vrouwen |
Inname (lijkt) voldoende | Vitamine A (RAE; 1-13 jaar) Vitamine B1 (1-13 jaar) Vitamine B2 (1-13 jaar) Vitamine B3 Vitamine B6 Folaat (DFE; 1-13 jaar) Vitamine B12 Vitamine C (1-13 jaar) Vitamine D* (1-3 jaar) Vitamine K1 |
Vitamine A (RAE; 1-9 jaar) Vitamine B1 (1-13 jaar) Vitamine B2 Vitamine B3 Vitamine B6 (1-13 jaar) Folaat (DFE; 1-13 jaar) Vitamine B12 Vitamine C (1-13 jaar) Vitamine D* (1-3 jaar) Vitamine K1 |
Vitamine B1 (g/MJ) Vitamine B3 (g/MJ) Vitamine B6 (18-50 jaar) Folaat (DFE) Vitamine B12 Vitamine K1 |
Vitamine B1 (g/MJ) Vitamine B3 (g/MJ) Vitamine B12 Vitamine C (51-79 jaar) Vitamine K1 |
Lage innames | Vitamine A (RAE; 14-17 jaar) Vitamine C (14-17 jaar) |
Vitamine A (RAE; 14-17 jaar) Vitamine C (14-17 jaar) |
Vitamine A (RAE) Vitamine B2 Vitamine B6 (51-79 jaar) Vitamine C Vitamine D (70-79 jaar) |
Vitamine A (RAE) |
Geen uitspraak |
|
Vitamine A (RAE;10-13 jaar) |
|
Vitamine D* (18-69 jaar) |
Hoge innames |
Retinol (1-6 jaar) |
Retinol (1-3 jaar) |
Retinol (51-79 jaar) | |
Opmerkingen :
- Vitamine D*: De Gezondheidsraad gaat ervan uit dat kinderen en volwassenen zonder suppletieadvies die voldoende buitenkomen ongeveer tweederde van hun behoefte uit blootstelling van de huid aan zonlicht verkrijgen en ongeveer een derde via de voeding. Deze evaluatie uitgevoerd met de norm van 10 µg/dag, omdat de zonlichtblootstelling onbekend is. Uitgaande van voldoende blootstelling aan zonlicht en een lichte huidskleur, dan lijkt de inname voldoende voor vrijwel alle leeftijdsgeslachtsgroepen, behalve voor de 12-17-jarigen.
Inname voldoende
De inname van vitamine B3, vitamine B12 en vitamine K1 is voor de gehele bevolking voldoende.
Voor volwassenen geldt dit ook voor vitamine B1. Voor mannen is ook de inname van folaat voldoende.
De inname van vitamine A (RAE), B1, B2, B6, C en D* is voor een deel van de kinderen voldoende; vitamines A (RAE), B1, C en D* met name voor jongere kinderen, vitamine B2 voor de meisjes en jongste jongens, vitamine B6 voor jongens en jongste meisjes.
Hoge innames
Een kleine groep van de jonge kinderen en 50-79-jarige vrouwen hebben een hoge inname van retinol. Bij een hoge inname is een gezondheidsrisico niet uitgesloten. Er zijn echter geen concrete aanwijzingen voor een zorgelijke situatie voor de volksgezondheid.
Lage innames
De inname van vitamines A, B2, B6, C en van folaat is laag bij (een deel van) de volwassenen. Voor vitamine A en C wordt de lage inname al gezien vanaf de leeftijd van 14 jaar. Vrouwen hebben een lage inname van folaat. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat deze lage innames vanuit volksgezondheidsoogpunt zorgelijk zijn. Vervolgonderzoek naar voedingsstatus (bijvoorbeeld bepaalde bloedwaarden) of de prevalentie van klinische verschijnselen is wenselijk.
De inname van vitamine D is laag bij senioren van 70 jaar en ouder. Een lage inname van vitamine D verhoogt het risico op osteoporose en botbreuken bij ouderen. De bevindingen voor vitamine D bevestigen het belang van suppletie van vitamine D in combinatie met een voldoende inname van calcium via de voeding. Dit is nodig voor een voldoende opname van vitamine D. Vervolgonderzoek naar vitamine D status bij senioren is wenselijk.
Voor veel vitamines kan bij verschillende leeftijd/geslachtsgroepen geen uitspraak gedaan worden over het voldoen aan de norm, omdat er onvoldoende kennis is over de behoefte van deze voedingsstoffen. Dit is het geval als de voedingsnorm een adequate inname is en de mediane inname daaronder blijkt te liggen en leidt tot 'geen uitspraak' . Dit is vaker het geval bij tieners.
Beoordeling vitamines
Voedingsstof | Leeftijd | Groep | Mediaan (95%-CI) | Type norm | Norm | %<GB / %>UL / Mediaan<AI of >AI ᵇᶜ | Evaluatieᵇ |
---|
a) Er gelden meerdere normen binnen een leeftijdsgroep.
b) De beoordeling is uitgevoerd voor de leeftijdsgroepen waarvoor de norm is opgesteld. Indien de inname vergelijkbaar wordt beoordeeld, zijn de leeftijdsgroepen niet vermeld bij de beoordeling.
c) Afhankelijk van het "Type norm" staat in deze kolom het percentage kleiner dan de GB, ofwel het percentage boven de UL, ofwel of de mediaan kleiner of groter is dan de AI. Welke type norm is gehanteerd staat in kolom 'Type norm".
d) Mediaan<AI, echter AI ligt binnen 95%-BI van de inname. Daarom is de inname beoordeeld als "lijkt voldoende".
e) De Gezondheidsraad gaat ervan uit dat kinderen en volwassenen zonder suppletieadvies die voldoende buitenkomen ongeveer tweederde van hun behoefte uit blootstelling van de huid aan zonlicht verkrijgen en ongeveer een derde via de voeding. Deze evaluatie uitgevoerd met de norm van 10 µg/dag, omdat de zonlichtblootstelling onbekend is. Uitgaande van voldoende blootstelling aan zonlicht en een lichte huidskleur, dan lijkt de inname voldoende voor vrijwel alle leeftijdsgeslachtsgroepen, behalve voor de 12-17-jarigen.