In het kort
Conclusie 1
De inname van kalium
uit voedingsmiddelen
is in Nederland gemiddeld
3042 mg/dag
Conclusie 2
3352 mg | 2735 mg
Conclusie 3
De inname van kalium
is hoger voor volwassenen
dan voor kinderen
Conclusie 4
De belangrijkste bron
van kalium is
Zuivel en zuivelvervangers (17%)
Inname naar geslacht
Consumptie naar geslacht
De inname van kalium is in Nederland gemiddeld 3042 mg/dag. De inname is hoger voor jongens/mannen (3352 mg/dag) dan voor meisjes/vrouwen (2735 mg/dag).
Inname naar leeftijd
Leeftijd
De gemiddelde inname van kalium is voor volwassenen hoger (3219 mg/dag) dan voor kinderen (2345 mg/dag). Dit is te zien bij de jongens/mannen en bij de meisjes/vrouwen.
Leeftijd en geslacht (4 groepen)
De gemiddelde inname van kalium is voor volwassenen hoger (3219 mg/dag) dan voor kinderen (2345 mg/dag). Dit is te zien bij de jongens/mannen en bij de meisjes/vrouwen.
Leeftijd en geslacht (12 groepen)
De gemiddelde inname van kalium is voor volwassenen hoger (3219 mg/dag) dan voor kinderen (2345 mg/dag). Dit is te zien bij de jongens/mannen en bij de meisjes/vrouwen.
Inname naar opleiding
Opleiding en leeftijd
De gemiddelde inname van kalium is voor volwassenen vrijwel gelijk naar opleidingsniveau. Het varieert tussen 3185 en 3262 mg/dag. De inname van kalium is voor meisjes met laagopgeleide ouders/verzorgers hoger (2360 mg/dag) dan voor meisjes met middelbaar opgeleide ouders/verzorgers (2121 mg/dag). Voor jongens is er vrijwel geen verschil naar opleidingsniveau. Het varieert tussen 2450 en 2511 mg/dag.
Opleiding, leeftijd en geslacht
De gemiddelde inname van kalium is voor volwassenen vrijwel gelijk naar opleidingsniveau. Het varieert tussen 3185 en 3262 mg/dag. De inname van kalium is voor meisjes met laagopgeleide ouders/verzorgers hoger (2360 mg/dag) dan voor meisjes met middelbaar opgeleide ouders/verzorgers (2121 mg/dag). Voor jongens is er vrijwel geen verschil naar opleidingsniveau. Het varieert tussen 2450 en 2511 mg/dag. |
Bronnen
Bronnen van kalium
De belangrijkste bronnen van kalium zijn Zuivel en zuivelvervangers (17%), Groenten (13%), Vlees en vleesvervangers (12%), Niet-alcoholische dranken (12%), Fruit, noten en olijven (12%) en Brood, granen, rijst en pasta (12%)
* De bijdrage van een voedingsmiddelengroep aan de totale inname van een voedingsstof is het gemiddelde van de bijdrages per deelnemer. Hierin zijn alleen de personen meegenomen die op de meetdagen iets van deze voedingsmiddelengroep hebben gegeten of gedronken.