In het kort
richtlijn
Richtlijn:
Vervang ongefilterde door gefilterde koffie
gemiddelde
Van de totale koffieconsumptie is gemiddeld
5%
kookkoffie
% richtlijn
Aandeel kookkoffie is voor vrouwen hoger dan voor mannen
3% | 6%
Bij koffie is relevant op welke manier deze is bereid: met een filter gezet of niet. Filterkoffie en koffie van koffiepads vallen in de categorie gefilterde koffie, net als oploskoffie en automatenkoffie op basis van vloeibaar koffieconcentraat. Ongefilterde koffie komt voor in de vorm van kookkoffie, cafetière koffie, Griekse koffie en Turkse koffie. Espresso en koffie uit koffieautomaten waarin de koffie vers gezet wordt kunnen zowel in de categorie ongefilterde als gefilterde koffie vallen. Of de koffie uit een autoamaat wel of niet gefilterd is, weet een gebruiker vaak niet.
In de Voedselconsumptiepeiling is in de algemene vragenlijst nagevraagd hoeveel koffie de volwassenen gewoonlijk drinken. Daarna is gevraagd hoeveel van die koppen bestaan uit kookkoffie, cafetière koffie, Griekse koffie en Turkse koffie. Eventueel gebruik van ongefilterde espresso of koffie uit automaten is onbekend.
Consumptie naar geslacht
Geslacht-ratio
Van de koffie die wordt gedronken is voor volwassenen gemiddeld 5% kookkoffie. Het aandeel kookkoffie van de totale koffie consumptie is hoger voor vrouwen (6%) dan voor mannen (3%).
Consumptie naar leeftijd
Leeftijd-ratio
Onder volwassenen is er vrijwel geen verschil in het aandeel kookkoffie van de totale koffieconsumptie tussen leeftijdsgroepen. Het varieert voor volwassenen tussen 3% en 6%.
Leeftijd en geslacht-ratio
Onder volwassenen is er vrijwel geen verschil in het aandeel kookkoffie van de totale koffieconsumptie tussen leeftijdsgroepen. Het varieert voor volwassenen tussen 3% en 6%.
Consumptie naar opleiding
Opleiding-ratio
Het aandeel kookkoffie van de totale koffieconsumptie is onder volwassenen vrijwel gelijk naar opleidingsniveau. Het varieert voor volwassenen tussen 4% en 7%.
Opleiding en geslacht-ratio
Het aandeel kookkoffie van de totale koffieconsumptie is onder volwassenen vrijwel gelijk naar opleidingsniveau. Het varieert voor volwassenen tussen 4% en 7%.