In het kort
Conclusie 1
Nederlanders drinken gemiddeld
1,8 l/dag
niet-alcoholische dranken
Conclusie 2
Jongens/mannen drinken vrijwel evenveel niet-alcoholische dranken als meisjes/vrouwen.
Conclusie 3
Hoog- en middelbaaropgeleide volwassenen drinken meer niet-alcoholische dranken dan laagopgeleide volwassenen
Conclusie 4
Meest gedronken:
water (43%)
(kruiden)thee (20%)
koffie (19%)
frisdrank en verdunde siropen (15%)
Tot de groep Niet-alcoholische dranken behoren limonade, frisdranken en verdunde siropen, koffie, thee (inclusief kruiden- en vruchtenthee), water, vruchten- en groentesappen en alcoholvrije dranken. Zuiveldranken en zuivelvervangers behoren niet tot deze groep. |
Consumptie naar geslacht
Consumptie naar geslacht
Sla de grafiek Consumptie van niet-alcoholische dranken naar leeftijd en geslacht over en ga naar de datatabel
Nederlanders drinken gemiddeld 1,8 liter niet-alcoholische dranken per dag. Hiervan is 43% water, 39% koffie en thee (inclusief kruidenthee) en 15% frisdranken en verdunde siropen. Meisjes/vrouwen drinken vrijwel evenveel niet-alcoholische dranken als jongens/mannen. |
Consumptie naar leeftijd
Leeftijd
Sla de grafiek Consumptie van niet-alcoholische dranken naar leeftijd over en ga naar de datatabel
Volwassenen drinken gemiddeld meer niet-alcoholische dranken (2 liter/dag) dan kinderen (1,1 liter/dag). De consumptie van niet-alcoholische dranken neemt bij mannen toe tot de leeftijd van 18-50 jaar. Hierna neemt de consumptie af. Bij vrouwen neemt de consumptie van niet-alcoholische dranken ook toe tot de leeftijd 18-50 jaar. De consumptie neemt weer af bij 65-79 jarigen. |
Leeftijd en geslacht (4 groepen)
Sla de grafiek Consumptie van niet-alcoholische dranken naar leeftijd en geslacht over en ga naar de datatabel
Volwassenen drinken gemiddeld meer niet-alcoholische dranken (2 liter/dag) dan kinderen (1,1 liter/dag). De consumptie van niet-alcoholische dranken neemt bij mannen toe tot de leeftijd van 18-50 jaar. Hierna neemt de consumptie af. Bij vrouwen neemt de consumptie van niet-alcoholische dranken ook toe tot de leeftijd 18-50 jaar. De consumptie neemt weer af bij 65-79 jarigen. |
Leeftijd en geslacht (12 groepen)
Sla de grafiek Consumptie van niet-alcoholische dranken naar leeftijd en geslacht over en ga naar de datatabel
Volwassenen drinken gemiddeld meer niet-alcoholische dranken (2 liter/dag) dan kinderen (1,1 liter/dag). De consumptie van niet-alcoholische dranken neemt bij mannen toe tot de leeftijd van 18-50 jaar. Hierna neemt de consumptie af. Bij vrouwen neemt de consumptie van niet-alcoholische dranken ook toe tot de leeftijd 18-50 jaar. De consumptie neemt weer af bij 65-79 jarigen. |
Consumptie naar opleiding
Opleiding en leeftijd
Sla de grafiek Consumptie van niet-alcoholische dranken naar opleiding en leeftijd over en ga naar de datatabel
Hoog- en middelbaar opgeleide volwassenen drinken gemiddeld meer niet-alcoholische dranken (2,1 en 2 liter/dag) dan laagopgeleide volwassenen (1,8 liter/dag). Kinderen met laag- en middelbaar opgeleide ouders/verzorgers drinken meer niet-alcoholische dranken (beide 1,1 liter/dag) dan kinderen met hoogopgeleide ouders/verzorgers (1 liter/dag). |
Opleiding, leeftijd en geslacht
Sla de grafiek Consumptie van niet-alcoholische dranken naar opleiding, leeftijd en geslacht over en ga naar de datatabel
Hoog- en middelbaar opgeleide volwassenen drinken gemiddeld meer niet-alcoholische dranken (2,1 en 2 liter/dag) dan laagopgeleide volwassenen (1,8 liter/dag). Kinderen met laag- en middelbaar opgeleide ouders/verzorgers drinken meer niet-alcoholische dranken (beide 1,1 liter/dag) dan kinderen met hoogopgeleide ouders/verzorgers (1 liter/dag). |