In het kort
Conclusie 1
Nederlanders eten gemiddeld
87 g/dag
vlees en
5 g/dag
vleesvervangers
Conclusie 2
Laagopgeleiden eten meer vlees en vleesvervangers dan hoogopgeleiden
Conclusie 4
Jongens/mannen eten meer vlees en vleesvervangers dan meisjes/vrouwen
109 gram | 75 gram
Conclusie 3
Nederlanders eten gemiddeld
5 à 6 dagen
in de week vlees en vleesvervangers
Tot de groep Vlees en vleesvervangers behoren vlees en vleesproducten (inclusief gevogelte) voor de warme maaltijd en de vleeswaren voor op brood en vleesvervangers (kant en klaar) voor warme maaltijd en op brood.
Consumptie naar geslacht
Consumptie naar geslacht
Sla de grafiek Consumptie van vlees en vleesvervangers naar geslacht over en ga naar de datatabel
Nederlanders eten gemiddeld 92 gram vlees en vleesvervangers per dag. Hiervan is 87 gram vlees en vleeswaren (95%) en 5 gram vleesvervangers (5%). Jongens/mannen eten meer vlees en vleesvervangers (109 g/dag) dan meisjes/vrouwen (75 g/dag). |
Consumptie aantal dagen van de week
Sla de grafiek Consumptie van vlees en vleesvervangers in aantal dagen per week over en ga naar de datatabel
Nederlanders eten gemiddeld 5 à 6 dagen per week vlees en vleesvervangers.
Consumptie naar leeftijd
Leeftijd
Sla de grafiek Consumptie van vlees en vleesvervangers naar leeftijd over en ga naar de datatabel
Volwassenen eten gemiddeld meer vlees en vleesvervangers (97 g/dag) dan kinderen (71 g/dag). Bij jongens/mannen neemt de consumptie van vlees en vleesproducten toe tot de leeftijd 18-50 jaar. Daarna blijft de consumptie vrijwel gelijk. Bij meisjes/vrouwen neemt de consumptie van vlees en vleesproducten toe tot de leeftijd 12-17 jaar. Hierna blijft de consumptie vrijwel gelijk. |
Leeftijd en geslacht (4 groepen)
Sla de grafiek Consumptie van vlees en vleesvervangers naar leeftijd en geslacht over en ga naar de datatabel
Volwassenen eten gemiddeld meer vlees en vleesvervangers (97 g/dag) dan kinderen (71 g/dag). Bij jongens/mannen neemt de consumptie van vlees en vleesproducten toe tot de leeftijd 18-50 jaar. Daarna blijft de consumptie vrijwel gelijk. Bij meisjes/vrouwen neemt de consumptie van vlees en vleesproducten toe tot de leeftijd 12-17 jaar. Hierna blijft de consumptie vrijwel gelijk. |
Leeftijd en geslacht (12 groepen)
Sla de grafiek Consumptie van vlees en vleesvervangers naar leeftijd en geslacht over en ga naar de datatabel
Volwassenen eten gemiddeld meer vlees en vleesvervangers (97 g/dag) dan kinderen (71 g/dag). Bij jongens/mannen neemt de consumptie van vlees en vleesproducten toe tot de leeftijd 18-50 jaar. Daarna blijft de consumptie vrijwel gelijk. Bij meisjes/vrouwen neemt de consumptie van vlees en vleesproducten toe tot de leeftijd 12-17 jaar. Hierna blijft de consumptie vrijwel gelijk. |
Consumptie naar opleiding
Opleiding en leeftijd
Sla de grafiek Consumptie van vlees en vleesvervangers naar opleiding en leeftijd over en ga naar de datatabel
Laagopgeleide volwassenen eten gemiddeld meer vlees en vleesvervangers (111 g/dag) dan hoogopgeleide volwassenen (85 g/dag). Ook kinderen met laagopgeleide ouders/verzorgers eten meer vlees en vleesvervangers (87 g/dag) dan kinderen met hoogopgeleide ouders/verzorgers (65 g/dag). |
Opleiding, leeftijd en geslacht
Sla de grafiek Consumptie van vlees- en vleesvervangers naar opleiding, leeftijd en geslacht over en ga naar de datatabel
Laagopgeleide volwassenen eten gemiddeld meer vlees en vleesvervangers (111 g/dag) dan hoogopgeleide volwassenen (85 g/dag). Ook kinderen met laagopgeleide ouders/verzorgers eten meer vlees en vleesvervangers (87 g/dag) dan kinderen met hoogopgeleide ouders/verzorgers (65 g/dag). |